dinsdag 22 maart 2011

't Laer: de verkoopsvoorwaarden (1)

't Laer kent al een lange geschiedenis. Dit “Jeugdparadijs” op de groene rand van onze gemeente omvatte speelterreinen met een zwem- en een plonsbad en een camping. Einde 2007 werd uitbating stopgezet. Sindsdien lag het domein er maar wat te liggen. De gemeenteraad van 19 juli 2010 bracht beweging in de zaak en de verkoopsprocedure werd opgestart.

Een duidelijk kader werd vastgelegd waaraan ingediende projecten moeten voldoen en waarbinnen de projectontwikkelaar mag spelen. PRO steunde deze aanpak onder het motto 'eindelijk gebeurt er iets' ...

A. TOELATINGSVOORWAARDEN (volgens het principe: 'alles of niets'):
Bij de indiening van het project moet de inschrijver
1. “propere” handen hebben (niet failliet zijn, niet veroordeeld zijn, geen belastingsschulden e.d.);
2. verplicht relevante ervaring kunnen aantonen in het afronden van investeringsprojecten in ruime zin (een exploitatieteam met competenties voor de exploitatie van recreatieve voorzieningen in de ruime zin);
3. een architecturaal schetsontwerp voegen bij zijn voorstel en tevens aantonen dat het voorgestelde project stedenbouwkundig vergunbaar is;
4. een financieel plan toevoegen waaruit blijkt dat het beoogde project op lange termijn rendabel kan zijn én een bewijs voorleggen dat het beoogde project op datum van het indienen ervan, op afdoende wijze kan gefinancierd worden;
5. een ontwikkelingsplan toevoegen, waaruit de commerciële haalbaarheid van het project volgt;
6. een prijs per m² opgeven voor de verwerving van de grond en bijhorende opstallen. De minimum verkoopprijs wordt bepaald op €12 per m², vermeerderd met € 450.000 forfaitair voor het geheel van de opstallen. (inclusief parking).

De voorstellen worden daarna beoordeeld op volgende criteria:
1. Inpassing in de ruimtelijke planning en potentiële ruimtelijke en architecturale kwaliteit (30%)
De architectuur van de gebouwen en de landschapsarchitectuur van de omgevingsaanleg is essentieel, gelet op de ligging van het goed. Het project zal de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet mogen overschrijden (bijv. mobiliteit, hinder,…) en moet binnen de ruimtelijke zonering vergunbaar zijn. De visie op het project kan mee worden beoordeeld aan de hand van de referentieprojecten.
2. Kwaliteit van het financieel en commercieel plan van het project, inbegrepen de visie op het project en de verantwoording van het programma (30%).
De gemeente wenst zijn gronden op een doordachte en verantwoorde wijze te vermarkten aan een project dat interessant is voor de gemeente Opglabbeek, maar ook voor de uitstraling van de gemeente buiten Opglabbeek, een project dat levensvatbaar is en een project dat realiseerbaar is. De visie op het project kan mee worden beoordeeld aan de hand van de referentieprojecten en aan de hand van de samenstelling van het “management team”.
3. Financiële voorwaarde (40%).
Het voorstel wordt beoordeeld op grond van het prijsaanbod voor de aankoop van de gronden.

B. Het project moet ook rekening houden met enkele RANDVOORWAARDEN:
1. De stedenbouwkundige bestemming van het gebied is recreatiegebieden (dagrecreatie en/of verblijfsrecreatie).
2. De aanwezige natuurwaarden enerzijds en de centrale ligging anderzijds zijn troeven. Het domein ligt op anderhalve kilometer afstand van het centrum van de gemeente en is bereikbaar zowel gemotoriseerd als niet-gemotoriseerd (recreatief via het fietsroutenetwerk) en te voet langs rustige binnenwegen.
Daarom moet het domein minstens voor 30% publiek toegankelijk blijven en dat minstens een doorsteek voor zacht verkeer moet behouden blijven naar het achterliggende natuurgebied.
Op de site mogen ook geen activiteiten worden ontplooid die onaanvaardbare overlast veroorzaken voor het gebied ten noorden ervan dat aangeduid is als VEN-gebied en onder de bepalingen van de Habitatrichtlijn valt.
3. Technische voorwaarden.
De publieke ruimte wordt na de definitieve oplevering kosteloos overgedragen aan de gemeente om te worden ingelijfd in het openbaar domein.
De riolering en afwatering van het openbaar domein worden voorzien conform de code van de goede praktijk. De keuze en het gebruik van de materialen en funderingen gebeurt conform standaardbestek 250.
4. De koper moet inspanningen leveren op het vlak van duurzaam bouwen (energie-efficiëntie, waterbesparing en duurzaam materiaalgebruik).

Geen opmerkingen: